’t Span

1 Inleiding

1.1 uit het woordenboek:
I span, spanne, v(m.) -nen (1 lengte van de span, d.i. ruimte tussen de toppen van pink en duim, zo ver mogelijk uit elkaar gespreid; 2 raam (en touw) van een spanzaag): 1 die tafel is tien – breed; fig. een spanne tijds, (korte) tijdruimte; 2 het zaagblad v.e. spanzaag door een -, of gedrild touw, spannen.
II span, o -nen, -netje (gespan): een – paarden, ossen, koppel; een vers -, nieuwe paarden voor een rijtuig; een aardig -, tweetal; twee span(nen) paarden. span�nen, spande, gespand ( 1 van veerkrachtige voorwerpen, strak zetten, uittrekken en verhinderen dat het in de eerste toestand terugkeert)

1.2 Wie zijn wij?
’t Span is een ouderinitiatief dat voor haar kinderen een vorm van wonen, werken en leven wil realiseren waarin een aantal idealen kunnen worden verwezenlijkt. We proberen kansen te grijpen, met beide handen in volle span, maar zijn ons zeer bewust van de vele obstakels en problemen die we op onze weg zullen tegenkomen. De naam Het Span drukt op de eerste plaats de gezamenlijkheid van de groep kinderen uit, dat in het najaar van 2006 als een span in het pand Magazijn voor Kleeding en Nachtleger in Nijmegen komt te wonen. Het begrip verwijst echter ook naar andere betekenissen, zoals “spannend”, “spanningsveld” en “op gespannen voet staan”. Hebben we de spankracht om met elkaar, met de kinderen, de ouders en alle mensen en instellingen, waar we mee te maken krijgen, onze uitgangspunten zo dicht mogelijk te benaderen? ’t Span wil een zelfbewuste en mogelijk vernieuwende vorm van ouderparticipatie, van zorg en van integratie zijn. Voor onszelf en voor al die anderen, waar ’t Span mee samenwerkt, is dit projectplan geschreven, waarin het proces naar realisering, vanaf de eerste uitgangspunten met de basisfilosofie tot de praktische uitwerkingen in overeenkomsten en praktische afspraken, staat beschreven. ’t Span is nooit af. Ook u kunt uw bijdrage leveren aan het welslagen.

1.3 Ons Span
Uit welke bewoners het span op dit moment bestaat ziet u in het hoofdstuk bewoners.

2 Korte historie

2.1 Kamelot
Op 6 maart 2001 vergaderden acht ouderparen voor het eerst over een woonvorm voor haar verstandelijk gehandicapte kinderen, die elkaar kennen van school of scouting. De eerst fase bestond uit een oriëntatie: wat willen we eigenlijk? Enkele zorginstellingen werden uitgenodigd voor een gesprek en werkgroepen gingen aan de slag. Een inventarisatielijst met woon- en zorgwensen werd door alle ouders ingevuld (zie bijlage). De oudergroep groeide uit tot tien ouderparen, die verspreid over de regio wonen, van Ede tot Didam, Huissen, Arnhem, Heteren, Nijmegen en Wijchen. De kinderen ontmoetten elkaar tijdens een spelmiddag in de turnhal in Nijmegen en een kookavond in Arnhem. Enkele woongroepen werden bezocht: de Schuytgraaf (nog te realiseren nieuwbouwproject voor meervoudig gehandicapten, zorgaanbieder De Driestroom) en Rijkerswoerd (reguliere huurhuizen in nieuwbouwwijk, zorgaanbieder SIZA-Dorpgroep). Allengs vielen ouderparen af, door het onverwachte en tragische overlijden van een kind, of omdat de ouders een andere oplossing hadden gevonden. Het ouderinitiatief, dat zichzelf omgedoopt had in Kamelot, tekende op 1 juni 2002 een startnotitie en werd een vereniging met bestuur en statuten. De werkgroep locatie ging op zoek naar geschikte gebouwen of projecten, die nog in de planning zaten. In het najaar 2001 bleek op het LIMOS-terrein een laatste pand vrij te staan, het Magazijn voor Kleeding en Nachtleger, waarvoor de gemeente Nijmegen nog geen bestemming of koper had.

2.2 Magazijn voor Kleeding en Nachtleger
Aan het begin van de 20e eeuw werd in Nijmegen-Oost een groot kazerne- en exercitieterrein aangelegd voor de opleiding van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (K.N.I.L.). Van 1912 tot 1915 verrezen grote kazernes als de Snijderskazerne en Krayenhoffkazerne, gebouwd door architect Kooleman Beijnen. Na de onafhankelijkheid van Indonesi� kreeg het terrein de functie van Luchtmacht Instructie en Militaire Opleiding School (LIMOS). In 1995 verlieten de laatste militairen het terrein en begon een lang proces van omvorming tot een hoogwaardig woongebied: het Stadslandgoed LIMOS, waar de historische gebouwen en nieuwbouw samengaan in een verkeersluwe en groene omgeving. Aan de rand van dit terrein ligt het voormalige magazijn, een rechthoekige doos, met een beheerwoning van twee verdiepingen en daarnaast over drie verdiepingen verspreid de opslagruimten voor kleding, gebouwd op houten vloeren met standvinken. De benaming Magazijn voor Kleeding en Nachtleger slaat op de opslag van kleding en de stroozakken waar de militairen op sliepen. Het woord “leger” in “Nachtleger” heeft dan ook dezelfde betekenis als in het woord “Hazenleger”.

2.3 Concept
In december 2001 werd een concept geschreven om het Magazijn voor Kleding en Nachtleger te bestemmen voor de huisvesting van onze kinderen. Belangrijkste uitgangspunt van dit concept is maatschappelijke integratie door samenhang van wonen & werken. Tot op heden probeert men voornamelijk tot integratie van gehandicapten te komen door huisvesting buiten de instellingen in reguliere woonwijken te realiseren. Een dergelijke huisvesting is echter geen garantie voor integratie, daarvoor is meer nodig. Het LIMOS-terrein heeft enkele voordelen en biedt kansen om integratie op meerdere niveaus te verwezenlijken:

  • er komt een beheersmaatschappij die vraag en aanbod voor groen- en grijsbeheer op elkaar afstemt. Ook op andere plekken – in de horeca, culturele instellingen, administratie, boodschappenservice- liggen er wellicht mogelijkheden voor het scheppen van werkplekken. De Driestroom en Portaal hebben ervaringen met het opzetten van dergelijke werkplekken.
  • de bewoners in Nijmegen-Oost staan open voor dit soort experimenten (zie Blixem, Gekke Henkie, Coffyn) en zullen meer geneigd zijn tot community care. Het concept past binnen het kader een kwalitatief hoogwaardige omgeving te scheppen.
  • de buurt is verkeersluw en geografisch herkenbaar omsloten. Voorzieningen liggen binnen loopafstand. Ook voor integratie d.m.v. recreatie liggen er mogelijkheden.

Als partners werden Portaal projectontwikkeling en De Driestroom als zorgaanbieder bereid gevonden te participeren in het project. Eric Mol, procesbegeleider maatschappelijk ontwikkeling en beheersmaatschappij op het LIMOS-terrein, speelde als intermediair een belangrijke rol. Na gesprekken met de wethouder van stadsontwikkeling en de wethouder zorg en welzijn werd duidelijk dat ook de gemeente Nijmegen het concept ondersteunde. De kerngroep omwonenden had geen bezwaar. In juni 2002 gaf B&W het gebouw een bijzonder bestemming, waardoor van de 25 gegadigden de meeste afvielen, alleen Vizier en ons “consortium” bleven in de race. De gemeente gaf ons de kans en tijd om een haalbaarheidsonderzoek te verrichten, nadat Vizier was afgevallen, geschrokken door de verbouwingskosten.

2.4 Aankoop en exploitatie
Het Magazijn voor Kleeding en Nachtleger is een rijksmonument en moet zowel binnen en buiten zoveel mogelijk in de historische staat behouden blijven. In wezen is het realiseren van een zorginstelling in een monumentaal historisch pand onbetaalbaar. Door de substantiële bijdragen van Portaal en De Driestroom en de steun van de diverse overheden is de aankoop en exploitatie toch mogelijk geworden. Zowel de wethouders Depla (stadsontwikkeling en huisvesting) als Van Rumund (zorg en welzijn) van de gemeente Nijmegen zetten zich achter de plannen en boden financi�le steun. Gedeputeerde Peters van de provincie Gelderland bleek de belangrijke laatste zet in de rug: de provinciale Dienst Ruimte, Economie en Welzijn, afdeling Cultuurhistorie / Stedelijk gebied adviseerde over de randvoorwaarden van het ontwerp en droeg evenredig bij aan het project.

Het gebouw heeft belangrijke beperkingen, het was immers in 1912 al utiliteitsbouw en heeft de maten en verhoudingen van die tijd. Lage plafonds, kleine ruimtes, weinig extra voorzieningen zorgen, naast de eisen van Rijksmonumentzorg, brandveiligheid en ARBO-wetgeving, voor grote problemen. Desalniettemin is de architect er wonderwel in geslaagd alle zaken te verzoenen en negen functionele en mooie appartementen te realiseren in een authentieke setting met een gemiddeld oppervlak van 42-44 m2.

2.5 plussen en minnen
In april 2004 hebben zes ouderparen definitief gekozen voor het uitwerken van het concept in Nijmegen onder de naam Het Span. Vier andere ouderparen uit de buurt van Arnhem gingen verder als Kamelot en zoeken met de SIZA-Dorpgroep naar nieuwe mogelijkheden. Voor de afweging al dan niet voor Nijmegen te kiezen werd een lijst van Plussen en Minnen voorgelegd. Het is goed om de minnen en plussen helder te hebben:

minnen:

  • het gebouw heeft slechts (te) kleine gemeenschappelijke ruimten: 39 m2 voor een gemeenschappelijke woonkeuken en 17 m2 voor een gemeenschappelijke “zitruimte”.
  • er is geen bergruimte, daarvoor moet nog buiten het gebouw iets gerealiseerd worden
  • er is nu nog geen tuin om het gebouw en geen afscherming voor enige privacy
  • de huur is hoog
  • we weten nog niet of de werkplekken er komen
  • het verkeerslawaai van de straatkant maakt het druk, hoewel het gebouw extra geluidsisolatie krijgt
  • juist die hoek van het LIMOS-terrein is minder groen.

+ plussen:

  • het is een authentiek gebouw met een uniek karakter
  • het ligt gunstig in de wijk en in de stad t.o.v. voorzieningen
  • het is verkeersluw voor (en aan de straatkant niet open)
  • de appartementen worden twee keer zo groot als gangbaar is in de zorgsector, waar de tendens immers is om reguliere huurwoningen te bestemmen voor gehandicapten, die weliswaar een grote huiskamer delen, maar zelf slechts beschikken over een (kleine) slaapkamer, en geen eigen sanitair of douche.
  • in Nijmegen-Oost en de rest van Nijmegen e.o. zijn goede voorzieningen voor gehandicapten (GVO, sportverenigingen, alternatieve werkplekken)

In juli/augustus 2004 zouden de diverse overeenkomsten tussen gemeente, Portaal en De Driestroom worden getekend, zodat in januari 2005 de verbouwing had kunnen beginnen.

2.6 Nieuwe zorgaanbieder
In september 2004 waren de contracten nog niet getekend, ondanks allerlei beloften. De Driestroom kondigde aan de investering van 150.000 euro niet meer op te kunnen brengen, o.a. door bezuinigingsmaatregelen van de overheid. De directeur droeg ons ouders op in een maand tijd 75.000 euro bij elkaar te sprokkelen. Daarop zijn de zorgaanbieders Philadelphia en Humanitas/DVM gevraagd of zij belangstelling hadden om eveneens geld te investeren in het project. In november waren er drie zorgaanbieders (Driestroom, Philadelphia en Humanitas) die wel wilden investeren. Daarop is een procedure gestart, welke zorgaanbieder de voorkeur had van de ouders. Diverse locaties (Apeldoorn, Veenendaal, Bemmel, Beneden-Leeuwen) zijn bezocht en onderzocht en met oudergroepen zijn ervaringen uitgewisseld over de zorg in de praktijk. Tevens werden de drie zorgaanbieders uitgenodigd zich te presenteren. Uiteindelijk heeft ouderinitiatief ’t Span gekozen voor Philadelphia.

3 basisfilosofie

3.1 maatschappelijke ontwikkelingen
Vermaatschappelijking van verstandelijk gehandicapten is sinds de jaren negentig sterk in opkomst: zorgaanbieders worden wettelijk gedwongen zorgplekken buiten de muren van de eigen ge�soleerde instelling te realiseren en de komst van het PGB maakt het ouders mogelijk zorg op maat in te kopen. De onstuimige groei van de AWBZ heeft echter geleid tot beleidsombuigingen: aan de ene kant wordt de marktwerking ge�ntroduceerd en krijgen ouders kansen om zelf richting te geven aan de zorgvraag. Aan de andere kant wordt er stevig bezuinigd en verschraalt de zorg. De nieuwe AWBZ is ondoorzichtig en heeft met deregulering weinig van doen. De vernieuwingen en voortdurende veranderingen maken de betrokkenen onzeker: het is lastig om greep te houden op vraag en aanbod, om in te spelen op de wensen. Indicatie-instellingen, zorgkantoren, zorgaanbieders, gemeenten en ouders zitten in een gecompliceerd proces van zoeken naar oplossingen. Er dreigen enkele gevaren:

  • bezuinigingen maken voldoende personeelsinzet onzeker;
  • bezuinigingen maken kwalitatief goede zorg en begeleiding onzeker;
  • de verwachtingen van integratie zouden te hoog gespannen kunnen zijn om door de betrokkenen te worden gehaald;
  • er wordt steeds meer (en soms teveel) verwacht van een verplichte inzet van ouders/ verwanten om de bezuinigingen op te vangen;
  • onervarenheid met een vernieuwend zorgconcept leidt tot beginnersfouten of weerstanden. Ondanks deze gevaren zoeken we als ouders samen met onze partners naar nieuwe mogelijkheden.

3.2 basisregels
Woongroep ’t Span werd op 23 september 2005 statutair opgericht en heeft in haar statuten staan:
“De vereniging heeft ten doel het bevorderen van een goede huisvesting, zorgverlening en werkomgeving en in het algemeen van de kwaliteit van leven van de verstandelijk gehandicapte personen, in deze statuten verder te noemen: “Bewoners”, over wie de leden de zorg hebben als ouder, voogd, mentor, bewindvoerder, curator of anderszins.” Integratie door zowel wonen als werken en recreëren op het terrein zelf, in de buurt en in de stad is het basisidee. Voor zowel het wonen, als de zorg en het werken worden enkele overeenkomsten getekend, waarin regels, afspraken en intenties staan beschreven (zie bijlage).

3.3. basisregels zorg
We willen van ’t Span een leefgemeenschap maken voor onze kinderen, waarin we zoveel mogelijk hetzelfde willen bieden als wij graag thuis bieden. Enkele uitgangspunten zijn:

  • huiselijkheid en gezelligheid
  • veiligheid en respect
  • groei van/naar zelfstandigheid
  • benutten van ontplooiingskansen
  • privacy en gezamenlijkheid
  • openheid, eerlijkheid en duidelijkheid, geen betutteling, noch van verzorgenden, ouders van bewoners. Normaal menselijk contact tussen ouders, bewoners en begeleiders.
  • ritmische opbouw van dag- en weekprogramma met een heldere structuur
  • evenwichtigheid tussen jongens en meisjes
  • meegroeien met de levensfases, met nieuwe uitdagingen
  • altijd een slaapwacht aanwezig, bij thuiskomst en/of ziekte van bewoners altijd begeleiding aanwezig. Een “normaal” dienstrooster van 15.30 – 9.00 doordeweeks.

bij de selectie van leden geldt:

  • verstandelijke handicap, geen meervoudige handicap
  • mogelijkheid voor bepaalde vormen van zelfstandigheid
  • sociaal gedrag en ongeveer dezelfde leeftijdscategorie
  • evenwicht meisjes – jongens

3.4 ouderparticipatie in relatie tot de zorg
Het Span is een initiatief van de ouders zelf en we willen zo lang mogelijk betrokken blijven bij de ontwikkeling van de huisvesting, zorg en integratie. Deze insteek heeft consequenties voor onze relatie met de zorgaanbieder:

  • we willen inspraak wie en hoe de zorg wordt aangeboden, natuurlijk met inachtneming van de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder. De ouders zitten derhalve in de sollicitatiecommissie voor de aanstelling van de begeleiders
  • over zowel de algemene zorgovereenkomst als het individuele zorgplan hebben de ouders zeggen- schap en regelmatig overleg.
  • over de uitvoering vindt regelmatig overleg plaats tussen ouders, teamleiding en begeleiders
  • in de dagelijkse praktijk kunnen ouders het huis in en uit lopen (niet tijdens eten en niet na elven). Alles is bespreekbaar, er is echter wel een duidelijke taak-en functieomschrijving voor de begeleiders, waaruit blijkt waar de verantwoordelijkheden liggen.

We denken niet dat we de begeleiders voor de voeten lopen, maar integendeel dat het de zorg en daarmee de ontwikkeling van onze kinderen ten goede komt In de praktijk hebben we gezien dat het kan werken. In Apeldoorn (terrein Groot Schuylenburg, zorgaanbieder ’s Heeren Loo) functioneert sinds twee jaar de woongroep Ons Huis, en zowel de kinderen, ouders als begeleiders voelen zich prettig bij de werkwijze. Er is sprake van een heel natuurlijke en open omgang met elkaar. De betrokkenheid van de ouders wordt niet als betuttelend ervaren door de begeleiders, maar als ondersteunend. Het is ook niet zwaarder voor de zorgverleners, omdat ouders hun betrokkenheid tevens tonen door het verrichten van allerlei hand- en spandiensten, zoals reparaties, maandelijks een maal weekendopvang, hulp bij de inrichting van niet alleen de eigen kamers, maar ook van de gemeenschappelijke ruimtes, sponsorwerving voor extra activiteiten etc. Hoewel de afspraken over taken en verantwoordelijkheden duidelijk op papier komen staat en valt het met de opstelling van alle deelnemers: een open, respectvolle en solidaire, kortom normale menselijke houding.

3.4 juridische vormgeving
Woongroep ’t Span heeft gekozen voor de verenigingsvorm, omdat dit de meest democratische bestuursvorm is. Alle leden (ouders) zijn evenredig verantwoordelijk en aansprakelijk voor het optimaal functioneren van de vereniging. De taken van de vereniging, die met name in het voorbereidingsproces en ten tijde van de realisering het meeste tijd en energie vergen, zijn gelijkmatig verdeeld, waarbij ieder naar eigen vermogen en talent bijdraagt. Met de diverse partners zijn/worden contracten getekend:

  • Realisatieovereenkomst eigenaar Portaal, zorgaanbieder Philadelphia en woongroep �t Span.
  • Huurovereenkomst Portaal en Philadelphia (die de appartementen verhuurt aan de leden van ’t Span)
  • Zorgovereenkomst Philadelphia en leden

3.5 organisatie en personeel
– taak- en functieomschrijving
– dienstrooster
– personele bezetting

3.6 verdere afspraken
– verloop
– conflicthantering en mogelijke be�indiging relatie vereniging-zorgaanbieder
– hardheidsclausule

4.0 Inrichtingseisen

– bouwtekeningen
– voorzieningen
– inrichting
– sfeer
– techniek o.a. warmtekrachtkoppeling

André Stufkens

juni 2004 – maart 2006